Veel méér dan een taal
De talen Latijn en (Oud-)Grieks worden niet meer gesproken. Toch heb je er meer aan dan je denkt:
- Je gaat door de verhalen, mythen en gebruiken uit de klassieke oudheid anders naar je eigen wereld kijken.
- Je leert teksten vertalen. Dat is nogal een puzzel, dus je leert om héél precies te werken.
- Je begrijpt moeilijke woorden in het Nederlands of andere talen gemakkelijker, omdat ze vaak uit het Latijn of het Grieks komen.
- Je maakt kennis met de beeldende kunst en bouwkunst van de Romeinen en Oude Grieken.
- Je ontdekt dat hedendaagse schrijvers, kunstenaars, ontwerpers en filmmakers zich vaak laten inspireren door thema’s uit de oudheid.
- Je denkt na en praat over wat je leest: waar gaat de tekst over, waarom lees je dit, wat vind je ervan en hoe kijken we er nu tegenaan?
Onderbouw
In de onderbouw krijg je Latijn én Grieks. Je leert over de cultuur en bent ook al bezig met vertalen. Om te kunnen vertalen, heb je kennis van woorden en grammatica nodig.
Bovenbouw
In de bovenbouw kun je beide talen blijven volgen of er één laten vallen. Je gaat dan de echte teksten uit de oudheid lezen en vertalen. De inhoud wordt moeilijker, maar ook interessanter. Je ontdekt de filosofie van Plato, Seneca en Cicero. In de vijfde klas ga je ook op reis naar Griekenland of Rome, om met eigen ogen te zien waarover je gelezen hebt.
Typisch voor het Ignatius
We maken veel materiaal zelf, zoals tekstboekjes of digitale opdrachten. We kiezen nooit zomaar teksten, maar altijd thema’s waarvan we denken dat je er wat van opsteekt.